22 september 2025

De Realiteit van Digitale Zelfbeschikking

Digital Analytics Summit

Dit artikel is een vertaling van een publicatie die eerder in het Engels verscheen op de website van de Digital Analytics Summit, waarvan SDIM gold sponsor is. Lees het originele Engelstalige artikel op hun website.

Artificial Intelligence – kortweg AI – is een begrip wat niet te ontkomen is, probeer maar eens iemand te vinden die er nog nooit van gehoord heeft. Het concept was lang sciencefiction, vaak in de vorm van doemscenario’s en zelden op een meer gegronde en alledaagse manier. Lang leek het iets wat niet beschikbaar zou zijn voor de massa, maar dat beeld is de afgelopen jaren radicaal veranderd. De snelle ontwikkeling van AI is ronduit spectaculair te noemen, en schijnbaar van de ene op de andere dag is het onderdeel geworden van ons dagelijks leven, zowel privé als professioneel.     

Je kunt gerust stellen dat iedereen die in de digitale marketing werkt (zoals ikzelf) AI op dagelijkse basis gebruikt. Of het nu gaat om hulp bij coderen, het maken van visuele content of het schrijven van artikelen als deze: AI is een ongelooflijk nuttig hulpmiddel. Het is geruststellend dat je weet dat je altijd kunt terugvallen op iemand (of iets) om mee te sparren – dat de tools soms ‘hallucineren’ doet daar niets aan af, en benadrukt alleen maar dat menselijke intelligentie voorlopig onmisbaar blijft. Desalniettemin is het niet gek dat de grens van AI als nuttig hulpmiddel ten opzichte van een complete vervanging van je werk soms makkelijk vervaagt door het gemak dat het met zich meebrengt. Maar nu AI in vrijwel elke digitale omgeving geïntegreerd wordt – vaak zonder ons enige keus te geven – is het tijd om toch wat kritischer te worden: hoe goed begrijpen we hoe deze AI-oplossingen precies werken? Wie gebruikt de data die de modellen verzamelen? En waarvoor? Hoe wordt die data opgeslagen? En gebeurt dat echt zo veilig als beloofd wordt?

Laten we realistisch blijven: de (business)modellen zijn fundamenteel vaag – mogelijk bewust – maar ook gebruikers gaan niet geheel vrijuit. Moeten we zulke tools wel gebruiken als we niet goed begrijpen waar we precies gebruik van maken? Of zijn de voordelen simpelweg te groot? We zeggen onze privacy belangrijk te vinden, maar ons gedrag laat zien dat we dit makkelijk inruilen voor gemak. Dus: is online privacy en veiligheid nog haalbaar in dit tijdperk van alomtegenwoordige AI, of is dat al voorgoed verleden tijd?

Laten we een stapje terug doen om de huidige situatie beter te begrijpen: in de laatste drie jaar gingen we van ontwikkelingen als de Cookieless Era, server-side tracking, het belang van data governance, de verschuiving van third- naar first-party data, naar de opkomst van AI. Los van je persoonlijke perspectief en gevoelens is de technologische vooruitgang in deze korte tijd ongelofelijk. Waar AI ooit buiten bereik leek, hebben LLM’s (Large Language Models) dit beeld volledig omgegooid. De opkomst van deze modellen is opmerkelijk, maar roept ook genoeg vragen en zorgen op. Tools zoals ChatGPT (OpenAI), Gemini (Google), Claude (Anthropic), DeepSeek en Grok (xAI) zijn doorgedrongen tot het dagelijks leven van de algemene bevolking. Van recepten en lifestyle-advies, soms tot rampzalige gevolgen, tot professioneel gebruik: mensen lijken de technologie massaal te omarmen, zonder er echt bij stil te staan.

Wat mij persoonlijk stoort in deze AI-gekte, is hoe achteloos mensen ermee om kunnen gaan. Foto’s worden geüpload om grappige of soms akelig accurate beelden te maken, persoonlijke data wordt gevoed aan ChatGPT of Gemini, vertrouwelijke documenten worden erin geplakt om een snelle samenvatting te laten schrijven, en zelfs medische klachten worden gedeeld alsof het niets is. Kortom: we vertrouwen onze meest vertrouwelijke data toe aan platformen waarvan we nauwelijks weten hoe ze werken of wie er achter zitten. Sterker nog, we worden steeds meer gedwongen AI te gebruiken, of we dat nu willen of niet. Neem je smartphone als voorbeeld, die lijkt vrijwel alles wat je doet bij te houden: gepersonaliseerde advertenties van dat ene schoenenmerk waar je het net met iemand over had, of denk aan het feit dat Google al je reizen tot op detailniveau in kaart brengt. En nu worden ook apps als WhatsApp voorzien van AI-assistants, zonder optie om deze uit te schakelen – is dit echt nodig? Meta en Google zeggen wel dat ze onze privédata niet doorspelen, maar hun geschiedenis van miljardenboetes in de VS en EU spreekt in mijn opinie boekdelen: data is waardevol, en persoonlijke data is nog waardevoller. 

Naast mensen die vooral de voordelen van AI zien, is er een groeiende groep die sceptischer is over de constante stroom aan technologische vernieuwingen die ons leven binnendringen. Mensen worden zich steeds bewuster van hun digitale voetafdruk en de (on)bewuste keuzes die zij hierin maken. Dat roept vragen op, namelijk hoeveel controle hebben wij als gewone gebruikers eigenlijk nog over onze data? En hoe kunnen bedrijven transparantie en privacy waarborgen voor hun klanten?

Usercentrics publiceerde onlangs een interessant rapport over dit onderwerp. Daarin presenteert het de resultaten van een onderzoek onder 10.000 internetgebruikers in Europa en de VS. Het doel: een beter beeld krijgen van de huidige stand van zaken rond privacy en digitaal vertrouwen. Wat blijkt? Meer dan de helft van de respondenten geeft aan moeite te hebben met het vertrouwen in AI. Dit zijn de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek:

  • Steeds meer mensen zien hun persoonlijke gegevens niet langer als neutrale informatie, maar als een product dat verhandeld wordt. Zo’n 60% van de respondenten voelt zich ongemakkelijk bij het idee dat hun data dient als brandstof om AI-modellen te trainen, zonder dat zij daar zelf iets aan hebben.
  • Waar mensen vroeger gedachteloos op “Alles accepteren” klikten, is dat reflexmatige gedrag duidelijk veranderd. Bijna de helft van de ondervraagden leest tegenwoordig daadwerkelijk de cookiemuren en beschouwt de keuze die zij daar maken als een blijvende beslissing.
  • Zolang bedrijven niet helder zijn over wat er met gebruikersdata gebeurt, zal het vertrouwen verder afbrokkelen. Voor ruim 40% van de deelnemers is transparantie over dataverzameling en -gebruik inmiddels de belangrijkste factor bij het beoordelen van een merk.
  • Misschien wel de meest zorgwekkende uitkomst: 77% van de respondenten zegt niet te begrijpen hoe bedrijven hun gegevens precies verzamelen en gebruiken. Mensen geven dus wel aan privacy belangrijk te vinden, maar missen de kennis en het inzicht om er actief op te sturen.

Hoewel sommige conclusies zorgwekkend zijn – vooral omdat het probleem vaak simpelweg een gebrek aan kennis is – wijst het onderzoek ook op een duidelijke oplossing: transparantie. Voor de meeste gebruikers voelt AI nog altijd als een black box. Een treffende vergelijking, zeker omdat dit exact de metafoor is die marketeers gebruiken om het consumentengedrag te beschrijven (Usercentrics, 2025).

Deze metafoor wordt nog schrijnender wanneer AI juist wordt ingezet om die black box open te breken. Neem Google Analytics als voorbeeld: de oudere versies boden inzicht in de klantreis, waarna marketeers die gegevens zelf diepgaander konden analyseren mits nodig. De nieuwste versie daarentegen, Google Analytics 4, gaat echter een stap verder en kan bij voorbaat anticiperen hoe een bezoeker zich op een website zal gedragen – allemaal op basis van vooraf vergaarde data die vervolgens aan het onderliggende algoritme is gevoed. Logischerwijs staat Google hier niet alleen in en zien we deze trends terug in verschillende mediatypen en platformen. Deze datasets maken hoge kwaliteit hypergepersonaliseerde marketing mogelijk. Waar marketeers vroeger werkten met een paar persona’s, is de norm nu maximale precisie. Dat voedt het gevoel dat “ze altijd meeluisteren”. Denk aan Netflix’ persoonlijke aanbevelingen, Spotify Wrapped, of de Starbucks-app: stuk voor stuk voorbeelden die zonder AI-gestuurde dataverzameling onmogelijk zouden zijn.

Toch hoeft het gevoel van controle niet volledig verloren te gaan. Ook in een landschap waarin privacy soms onhaalbaar lijkt, is het mogelijk om een zekere mate van regie terug te winnen.

De kern is dat verantwoordelijkheid twee kanten kent; consumenten moeten zich bewust worden van wat ze zelf kunnen doen om hun privacy te beschermen, maar bedrijven dragen minstens zo’n grote verantwoordelijkheid om transparant te zijn en gebruikers voor te lichten.

Voor bedrijven betekent dit: consumenten voorzien van de juiste informatie, zodat zij weloverwogen keuzes kunnen maken. Dit hoeft niet per se via webinars of whitepapers, alhoewel een interessante optie, maar door te zorgen voor duidelijke cookiemuren, heldere en beknopte cookie- en privacymeldingen, en vooral: eerlijkheid over welke data je verzamelt, waarom je dat doet en hoe die gegevens worden ingezet – zeker als het aankomt op AI. Belangrijk daarbij is ook keuzevrijheid. Een AI-assistant in WhatsApp kan nuttig zijn, maar gebruikers zouden de optie moeten hebben om die uit te schakelen. Vertrouwen bouwen vraagt immers meer dan een bedrijf dat zegt: “Vertrouw ons op ons woord.”

Voor consumenten is het lastiger, juist omdat het digitale landschap groot en complex is. Vaak benutten bedrijven bewust de grijze zones van regelgeving. Toch zijn er eenvoudige stappen mogelijk, zoals de cookiemuren en cookie- of privacyverklaringen lezen in plaats van gedachteloos te klikken. Probeer daarnaast op de hoogte te blijven van app-updates, over het algemeen is het wettelijk verplicht dat bedrijven gebruikers informeren bij ingrijpende wijzigingen, een goed moment om patch notes eens écht te lezen. En misschien wel de meest drastische stap: als je je niet prettig voelt bij hoe een app of dienst met je data omgaat, stop er dan met het gebruik ervan. Dat is de enige manier om zeker te weten dat je gegevens niet gebruikt worden.

De oplossing is minder ingewikkeld dan het lijkt. Ik denk dat we zeker moeten accepteren dat echte online privacy al jaren een illusie is – grotendeels door onze eigen passiviteit – maar we kunnen nog steeds proactieve beslissingen nemen, zowel als consument als bedrijf. Privacy is geen zwart-witvraagstuk maar een spectrum, en de mate van haalbaarheid verschilt per persoon. Desalniettemin is één ding zeker: wie wil werken aan een eerlijke en gebalanceerde digitale toekomst, moet eerst begrijpen welke rol hij of zij daarin speelt, en dat bewustzijn begint bij ons: de individu.

Webanalytics

Een data specialist spreken?

Contact

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *